Wanneer je ’s avonds naar Cinetol gaat, ga je niet naar een mainstream club; je stapt in een ruimte gebed in creativiteit. De zalen zijn niet gelikt, de sfeer is rauw en echt. Je hoort live muziek, experimentele acts, soms concerten met aanstormend talent dat je later opnieuw tegen zult komen.
Er is ook een cafébar (‘Tolbar’) waar je van drankje naar show kan schuiven zonder dat er een kloof ontstaan tussen ontvangst & performance. Comfort food is hier functioneel: snack, borrel, sfeer. Je hoeft geen hoge glazen te tillen; hier draait het om geluid, ontmoeting en de momenten tussen optredens.

Cinetol huist in een oud gemeenschapscentrum dat jaren leegstond, maar nu bruist. Creatieve makers werken er dagelijks; er zijn werkplekken, repetitieruimtes, evenementen. De programmering is breed: van indie tot elektronische muziek, van film tot kleine festivals. De grootte van de zaal varieert, zodat zowel intieme optredens als grotere shows mogelijk zijn.
Bezoekers zijn een mix: buurtgenoten die nieuwsgierig zijn welke bandjes optreden, muziekfans die verder kijken dan mainstream, makers die er werk komen brengen of meekijken naar producties. Je voelt je welkom als je houdt van sfeer boven slick.
“Cinetol is waar geluid niet gemaakt wordt voor massa, maar voor momenten.”
Wat fijn is aan Cinetol is het contrast: het is niet perfect of gepolijst, en dat is juist de charme. Het scheelt dat je niet het gevoel hebt in een luxe club te zijn, maar wel dat je iets bijzonders meekrijgt: een performance die voor je speciaal is, licht verkeerd, geluid stevig, emotie echt.
Als je Cinetol verlaat, neem je geen glimmende aftermovie mee, maar het gevoel dat je iets gezien, gehoord hebt dat je anders nooit had gezien. De artiesten, de echo’s, de zaal.