Het Paleis op de Dam toont voor het eerst een groot overzicht van Artus Quellinus (1609–1668), de Antwerpse beeldhouwer die het zeventiende-eeuwse stadhuis – nu het Koninklijk Paleis – zijn on-Nederlandse grandeur gaf. Meer dan honderd topwerken en modellen komen samen, aangevuld met bruiklenen die niet eerder in Nederland te zien waren. De tentoonstelling loopt in het paleis zelf, waardoor je Quellinus’ marmeren stadsverhaal ziet op de plek waarvoor het is gemaakt.

Quellinus werkte jarenlang aan de beeldtaal van het stadhuis: burgers deugdzaam, steden als personificaties, Amsterdam als wereldspeler. Zijn terracotta modellen en schetsen laten het maakproces zien – van klei naar steen, van idee naar ideologie. De presentatie is een eerbetoon aan het ambacht én een blik op de boodschap achter het marmer: rechtspraak, handel, kosmografie, macht.
De expositie is een samenwerking tussen het Koninklijk Paleis en het Rijksmuseum en geldt als jubileumcadeau aan de jarige stad. Dat maakt de context extra rijk: Quellinus wordt niet alleen als virtuoos beeldhouwer gepresenteerd, maar ook als vormgever van Amsterdams zelfbeeld. Familiesporen en publieksprogramma’s helpen jong en oud de iconografie te lezen – een mooie kans om het “stenen verhaal” te ontrafelen.
“Hier vertelt het marmer niet alleen geschiedenis – het laat zien hoe een stad zichzelf wil zien.”
Wat de ervaring uitzonderlijk maakt, is de locatie: de zalen, trappenhuizen en de Vierschaar zijn geen decor maar inhoud. Je loopt niet door een white cube; je beweegt door het werk zelf. Zo kantelt het bezoek van “kijken naar” naar “kijken ín” een monument. De tentoonstelling bewijst hoe actueel deze barokke propaganda nog voelt: de stad die zichzelf verbeeldt – toen en nu.